Hoeveel natuur zit er in de lak of olie?

Wij vermelden het aandeel hernieuwbare grondstoffen in het totale product.

In een theoretisch voorbeeld gaan wij uit van een aandeel van 20 % aan hernieuwbare grondstoffen in het product. De onderstaande figuur illustreert onze berekening in de linker balk. Ook alle andere stoffen worden door ons in aanmerking genomen, hier met elk 20 % (organisch (bindmiddelen op basis van aardolie), anorganisch (vulstof, pigment), oplosmiddelen (vluchtig) en water (vluchtig)).

Er zijn echter ook andere weergavemogelijkheden, zoals te zien in de afbeelding rechts:

• Het hernieuwbare aandeel bindmiddelen. In ons voorbeeldproduct zou dat een BRC-gehalte van 50 % hebben
• Het hernieuwbare deel van de vaste stof. In ons voorbeeldproduct zou dat een BRC-gehalte van 33 % hebben

Laten we nu eens precies kijken:
Welke waarde wordt aangegeven bij duurzame producten? Afhankelijk van het producttype en de formulering wordt soms de ene waarde gekozen, soms de andere. Vooral bij productreclame geeft dit een vertekend beeld. Op deze manier zijn producten moeilijk te vergelijken. Sommige leveranciers vermelden zelfs de productaandelen die niet op basis van aardolie zijn gemaakt. In ons voorbeeld zou dit dan 60 % zijn.

Maar welke waarde uit het voorbeeld is nu juist: 20 %, 33 %, 50 % of 60 %?